Schematherapie (of schemagerichte Therapie) is een integratieve Cognitieve Gedragstherapie ontwikkeld door Jeffrey Young en zijn collega's. Een therapeutische behandeling die gericht is op cliënten met moeilijk behandelbare psychische stoornissen zoals o.a. persoonlijkheidsstoornissen. Schematherapie is een therapeutische benadering waarin elementen uit cognitieve, gedragstherapeutische en psychodynamische modellen, hechtings- en Gestalt-modellen met elkaar worden gecombineerd. De therapie heeft als doel oude disfunctionele schema's bij cliënten te onderkennen en te doorbreken. De therapie wordt tegenwoordig gezien als een effectieve behandeling voor een breed scala van psychische problemen, vooral ook voor patiënten die voorheen moeilijk te behandelen waren.
Disfunctionele schema's zijn door hun vroege ontstaansgeschiedenis in alle volgende levensfasen actief geweest en hebben hun werking doen gelden.
Dit heeft geleid tot een continue herhaling van schema-bevestigende ervaringen en een gebrek aan schema-ontkrachtende ervaringen. Juist door deze herhaling van gebeurtenissen zijn disfunctionele schema's structureel geworden en hebben andere, meer functionele schema's zich niet kunnen ontwikkelen. Hierdoor zijn ze vaak moeilijk te veranderen omdat ze erg vertrouwd zijn en erg passen bij iemands identiteit. Schema's sturen dus van jongs af aan het gedrag. De informatie wordt er door geselecteerd en vervormd zodat het past in het schema. De gevolgen van dit gedrag bevestigen het schema weer. Het feit dat schema's disfunctioneel zijn blijkt meestal op latere leeftijd in het contact met anderen als blijkt dat de rigide schema's een onjuiste perceptie veroorzaken in sociale situaties. Schema's zijn verschillend in sterkte (dimensionaal) oproepbaar. Als het schema sterker aanwezig is zal het in meer situaties geactiveerd worden, meer negatief effect hebben, sterkere emoties veroorzaken en langer aanhouden.
Het gevolg van het voorgaande is dat deze onaangepaste schema's een belemmering vormen in het gezond functioneren van een persoon met allerlei gevolgen zoals psychische stoornissen (o.a. stress, angst en depressie), een sociaal inadequate communicatie en binding met de omgeving zoals met familie, vrienden en collega's op het werk. Schematherapie tracht middels een integratieve cognitieve gedragstherapie de werking van deze onaangepaste schema's minder sterk te maken.
Dit gebeurt naast het gebruik van diverse therapeutische technieken zoals imaginatie, meerstoelentechniek, empathische confrontatie, cognitief herstuctureren, enzovoorts, ook vooral door een empathische en flexibele therapierelatie. Deze therapierelatie moet o.a. zorgen voor continuering van de therapie, psychologische bewustwording en inzicht, het emotioneel doorwerken van schema's en het uiteindelijk minder dominant maken van copingstrategieën en copingreacties (die veroorzaakt worden door de eerder besproken disfunctionele schema's) met als doel de betrokken patiënt minder klachten te laten ervaren.